Ontwormen en resistentie

Resistentie komt ook in Nederland geregeld voor. Factoren die de resistentie ontwikkeling bevorderen zijn:

  1. de gebruikte dosering: onderdoseringen veroorzaken gemakkelijk resistentie;
  2. het aantal uitgevoerde behandelingen: naarmate de behandelingsfrequentie toeneemt, neemt ook de kans op resistentie toe;
  3. het gedeelte van de totale populatie dat aan een behandeling wordt blootgesteld. De lebmaagworm Haemonchus contortus overwintert in een ruststadium in het schaap. Een onderdosering van een ontworming middel rond de lammer tijd leidt gemakkelijk tot resistentie, omdat op dat moment de hele wormpopulatie een onderdosering krijgt.

Ontwormingsschema

Het is van belang dat schapenhouders met bovenstaande factoren rekening houden. Bij twijfel over te gebruiken middelen en de toepassing daarvan kunnen zij beter in overleg met hun dierenarts een ontworming schema opstellen. Een ontwormingsschema aan het begin van het seizoen ziet er als volgt uit:

  1. ontworm de ooien voor ze met de lammeren naar buiten gaan;
  2. breng de schapen met lammeren naar buiten op een perceel waar de wormdruk zo laag mogelijk is
  3. ontworm de lammeren op een leeftijd van vier tot zes weken; op het moment van ontwormen moeten ze minimaal twee weken buiten zijn geweest
  4. gebruik een goed wormmiddel in een goede dosering.

De rest van het ontworming schema is afhankelijk van uw bedrijfssituatie.

Toename resistentie bij schapen voor ontwormingsmiddelen

Onlangs heeft de Faculteit diergeneeskunde op 33 Nederlandse schapenbedrijven onderzoek gedaan naar de resistentie van
maag- darmwormen voor de gangbare ontwormingsmiddelen.
Hieruit bleek op 80% van de bedrijven de benzimidazolen en ivermectines (Noromectin ®, Ivomec ®) nog amper te werken.

Zelfs voor Moxidectine (Cydectin®) bleek op deze bedrijven in 53% van de gevallen al resistentie te zijn. Voor monepantel
(Zolvix®), een relatief nieuw middel, is ook al op 8% van de bedrijven resistentie aangetoond.
Voor het 20 jaar oude middel levamisole is weinig resistentie aangetoond. Waarschijnlijk omdat het middel de
laatste jaren nog maar weinig gebruikt is.

Wij zien bij steeds meer schapenhouders dat het gebruikte ontwormingsmiddel niet meer werkt. Daarom raden wij aan
om bij lammeren vanaf een leeftijd van 8 weken eerst mestonderzoek te laten doen van ± 5 lammeren.
Het is namelijk niet altijd nodig om standaard te ontwormen.
Mocht het wel nodig zijn en/of heeft u ontwormd maar het vermoeden dat het niet voldoende werkt? Laat dan 10-14 dagen na behandelen opnieuw de mest controleren.

Omweiden

Naast ontwormen kunt u met effectief omweiden besmetting voorkomen. Idealiter weidt men dan elke 3 weken (voor- en
najaar) of elke 2 weken (zomer) om naar een weide waar tenminste 3 maanden geen schapen hebben gelopen.

Is het wel nodig om te ontwormen:
– Voorkom onderdosering! Weeg het liefst de dieren.

Aangevoerde dieren eerst in quarantaine en ontwormen, doe erna mestonderzoek om op resistentie te controleren!
Bron: Nieuwsbrief DAP Groene Hart

Tegenwoordig kunt u op wormenwijzer.nl automatisch een gericht advies krijgen wanneer en met welk middel u uw schapen of lammeren kunt ontwormen.

Uw dierenarts kan u daarover ook adviseren.